Beneden aan de deur bij Hannemieke geniet ik van het prachtige uitzicht op de Schreierstoren en de Montelbaanstoren. Ze heeft haar atelier aan huis op de Oude Schans.
Boven gekomen zie ik haar werk meteen in de gang hangen, een sfeervol begin van mijn bezoek. We drinken thee en lopen naar haar atelier dat in twee ruimtes is verdeeld: één voor het schilderen en één voor het schrijven van romans en verhalen.
In 1997 kreeg ze te horen dat ze een progressieve spierziekte had en kon van schrik een half jaar lang niet meer schrijven. Omdat ze het existentieel nodig heeft om dingen te maken, ging ze schilderen.
Ze leert beter uit boeken dan in de klas, “ik ben een boekerig iemand”, zegt ze in de studeerkamer naast het atelier, waar ze wetenschappelijk werk doet. Door eindeloos oefenen en experimenteren ontdekte ze de mogelijkheden van aquarel, en later gouache en inkt.
Haar werk is niet altijd abstract geweest, dat is ontstaan tijdens een ervaring van het schilderen naar het landschap. De kleuren op een bergwand veranderden voortdurend en door toe te geven aan haar ongeduld met behulp van lepels en vorken werd haar werk abstracter. Dat gaf een enorme vrijheid, waardoor ze vol overgave de weg naar de abstractie is ingeslagen. Daarin heeft ze haar vorm gevonden, het gaat dan vooral om de kracht in het werk door middel van kleur, contrast en compositie.
Haar werk kan puur abstract zijn, maar het kan ook refereren aan iets in de werkelijkheid, zoals het wad bij Vlieland of pijn.
Als voorbeeld van een van haar thema’s laat Hannemieke me de serie “Berk” zien waaraan ze nu werkt.
Ze maakt eerst studies in monochroom, oefent met toonverschillen en de compositie, het liefst op goedkoop papier op A4 formaat. Zo ontstaan er stapels studies die richting geven aan het uiteindelijke werk.
Hannemieke werkt op een intuitieve manier, het werk moet stromen en er spontaan uitzien, anders wordt het te gekunsteld.
Wad bij Vlieland, drie aquarellen uit een serie van tien, 14,5x 21cm.
Ik zie in haar atelier een paar dozen staan vol met kleine potjes, het blijkt dat in elke potje opgeloste verf zit. Dit idee is afkomstig van Emile Nolde die reeksen potten had staan met opgeloste verf in verschillende kleursterktes. Heel handig, want op deze manier kun je de kleuren ook gieten, dat geeft meer vrijheid.
Op een gegeven moment zegt Hannemieke: “Ik wist vroeger niets van kleur”. Dat verraste me!
Totdat ze begon met schilderen leefde ze niet met kleur, ze leefde als schrijfster, dan gebruik je woorden, nu vertaalt ze wat haar dwars zit -goed of kwaad- ook in kleur, waarbij ze probeert met alles wat ze heeft en kan bij de kijker emoties op te roepen, of herinneringen aan een ervaring. Ze verzamelt kleuren in haar hoofd, op haar atelier gaat ze daarmee aan de slag. Als voorbeeld laat ze een abstract werk zien waarin de kleuren van de kleding van een vriendin het gegeven zijn: roze en groen (Dinah’s Colours)
Bijzonder is dat de ziekte waarmee Hannemieke te maken kreeg uiteindelijk voor een verrijking heeft gezorgd: in pijn ontstaat een grotere gevoeligheid, het leven krijgt nieuwe zin.
“De oplossing ligt in de kern van het probleem”.
Studies
Dinah’s Colours, aquarel, 29,5×21 cm
Abstract in bruin en groen, aquarel, detailAbstract in bruin en groen, aquarel, detail
aquarel, 29,5×21 cm.
aquarel. 29,5×21 cm.
aquarel, 29,5×21 cm.
links en boven aquarellen die te maken hebben met pijn
formaat: 21×29,5 cm
Tekst en foto,s (met uitzondering van portretfoto): Gerda van Bockxmeer
Opmaak: Gerda van Bockxmeer
Werk in uitvoering’ is een onderdeel van de nieuwsbrief die elke 2 maanden wordt uitgegeven.
Bovenstaand artikel komt uit nieuwsbrief 185 – juni 2021.
Klik hier voor meer informatie over het werk van Hannemieke Stamperius.