Krogt Kijkt / 18

 

Op10 maart 2020 kwamen we in Sevilla aan en lieten ons door haar omhelzen.
Maandenlang hadden we er naar uit gekeken.
Sevilla was ons jaarlijkse paradijs geworden.
Dit keer vierden we ons tweede lustrum.

Op het pleintje vlak bij ons huis, dansten de buurtbewoners op muziek uit een kleine radio.
Er werd geoefend voor de processie van de komende heilige Paasweek. We dronken rode wijn en liepen mouwloos in het maanlicht.
Voor ons was de zomer begonnen.

Op 11 maart telde Amsterdam twaalf coronabesmettingen; Sevilla drie.
Hier waanden we ons veilig tussen onze zelfgekozen familieleden. We applaudisseerden met duizenden Sevillanen op de daken van de wit-gele huizen. We hadden nog geen enkel idee. Drie dagen later sloot onze stad op gezag van de overheid haar deuren.
Ze werd onherkenbaar voor ons. Het vertrek op de avond van 16 maart voelde als verraad.

Als een dief in de nacht kwamen we terug in Zaandam
We waren vreemden in ons eigen huis en wisten niet wat we moesten voelen.
We kregen een nieuwe identiteit: “kwetsbare ouderen” en konden geen kant op.

In mijn atelier liet ik de twee levensgrote houtskoolportretten voor de expositie in Loods 6 hangen. Ze keken mij zwijgend aan.
Ook ik zweeg, met in mijn hoofd een verschrikkelijke chaos.
Ik wantrouwde de blauwe luchten en de stilte.
Ik wist geen raad met gebrachte boodschappen.
Ik wilde niet oud worden, niet ziek, niet dankbaar.
Ik was niet toe aan agressie.
Ik was nergens aan toe.
Ik moest wachten op de muur van immuniteit van de jeugd.

Geen exposities om naar toe te werken. Geen cursussen. Geen opdrachten voor portretten.
“Gecancelled, gecancelled, gecancelled!”
Ik was een toekomst kwijt.
“Niemand zit meer in de zaal”, schreef ik naar een lieve collega.
“Een is genoeg” antwoordde ze.
Dat hielp.
Ik begon.

Knippen, scheuren en plakken. Dan kon ik wel. De chaos in mijn hoofd lag op tafel in de vorm van oude tijdschriften.
Spelenderwijs ontstonden collages van zelfportretten.
Ze maakten de weg vrij voor een gevoel waar ik naar uitkeek: boosheid.
Boos op de kwetsbaarheid die mij alles uit handen leek te nemen.
Het leek of ik alleen nog maar uit ogen bestond. Krogt Kijkt. Krogt Keek. De hele dag door.
De stoepen leken te smal en de supermarkt te krap.
De ruimte om mij heen had een nieuwe indeling gekregen.
Ontmoetingen met andere codes.

Afstand werd het toverwoord voor overleven.
En in mijn ogen zat die afstand. Onophoudelijk.

Zo kwam het Covid-19 zelfportret tot stand.
Ik lijstte mijzelf in.

Wij keken elkaar aan.

Ik was mijn eigen publiek.
Er kwam rust in mijn hoofd.

tekst en foto: Joost v. d. Krogt

Afbeelding van het kunstwerk "Covid -19 Zelfportret"